Mensen knipperen doorgaans tussen de 15 en 20 keer per minuut, wat neerkomt op zo’n 10.000 tot 15.000 keer per dag. Dit betekent dat we bijna een halfuur per dag onze ogen gesloten hebben. Dit zijn opmerkelijke cijfers, gezien het feit dat knipperen een vrijwel onbewuste handeling is die we vaak niet eens opmerken.

Knipperen met de ogen is een automatische handeling waarbij onze oogleden snel samenkomen, wat resulteert in een korte, bijna onmerkbare onderbreking van onze visuele waarneming. Het is een essentiële functie voor de gezondheid van onze ogen en ons vermogen om scherp te zien. In dit artikel wordt besproken wat knipperen inhoudt, welke factoren het beïnvloeden en wat de belangrijkste aspecten zijn van deze handeling.

Hoe werkt het knipperen met de ogen?

Knipperen met de ogen is een reflex die ons helpt onze ogen te beschermen tegen uitdroging, maar ook tegen UV-straling, stof of wind. Wanneer een zenuwsignaal naar de hersenen wordt gestuurd, worden de spieren van onze oogleden aangespannen en vervolgens weer ontspannen, waardoor we knipperen. Dit proces wordt een reflex genoemd.

Het knipperen zorgt ervoor dat traanvocht wordt geproduceerd, dat onze oogbal bevochtigt en reinigt op zijn plaats. Dit helpt irritatie, infectie en beschadiging van de oogbol en de oogleden te voorkomen. Bovendien voorkomt het knipperen dat onze ogen oververhit raken en daardoor vermoeid raken. Dit kan vooral voorkomen als we lange tijd gefocust zijn op een scherm of object. De tijd dat onze ogen gesloten zijn, biedt ze letterlijk een kort moment van rust (gemiddeld zo’n 0,4 seconde), omdat er op dat moment geen visuele waarneming plaatsvindt.

Wat beïnvloedt het knipperen met de ogen?

Verscheidene factoren hebben invloed op het knipperen met de ogen. Stress en vermoeidheid kunnen bijvoorbeeld leiden tot een afname van het knipperen, wat resulteert in wazig zicht. Een onverwacht hard geluid of fel licht kan daarentegen een reflex veroorzaken om te knipperen. Ook medicatiegebruik kan het knipperen beïnvloeden als bijwerking. Bepaalde aandoeningen, zoals het droge-ogensyndroom of een te hoge spanning op de spieren van de oogleden (blefarospasme), kunnen het knipperen eveneens beïnvloeden.

De belangrijkste functies van knipperen, uitgelegd.

De voornaamste functies van knipperen worden hieronder toegelicht. Knipperen met de ogen is een van de meest automatische functies van het menselijk lichaam, hoewel het misschien een eenvoudige handeling lijkt, heeft het diverse belangrijke functies:

  1. Bescherming van de ogen: Knipperen beschermt de ogen tegen schadelijke stoffen en deeltjes in de lucht. Het creëert een barrière tussen het oog en de omgeving, waardoor stof en vuil worden weggehouden.
  2. Regulatie van de traanfilm: Knipperen helpt bij het verspreiden van de traanfilm over de oogbal, wat helpt bij het verminderen van uitdroging en irritatie van het oog. Dit proces vindt ongeveer elke 20-30 seconden plaats.
  3. Verbetering van de visie: Door te knipperen wordt het beeld dat door het oog wordt waargenomen ververst en verfrist. Dit helpt bij het focussen van het oog op een specifiek punt en houdt de ogen vochtig.
  4. Ontspanning van de ogen: Knipperen draagt bij aan het voorkomen van vermoeidheid van de ogen. Het zorgt voor verkoeling en ontspanning, waardoor de ogen minder snel vermoeid raken tijdens langdurige visuele activiteiten zoals lezen, werken achter de computer of televisiekijken.

Hoewel knipperen over het algemeen automatisch gebeurt, kunnen verschillende factoren het knipperen beïnvloeden. Deze factoren omvatten onder andere stress, vermoeidheid, omgevingsfactoren, hormonale veranderingen en medische aandoeningen zoals het droge-ogensyndroom, staar, glaucoom, migraine en multiple sclerose.

  1. Leeftijd: In het algemeen knipperen baby’s het minst van alle leeftijdsgroepen. Naarmate we ouder worden, neemt de hoeveelheid traanvocht in onze ogen af, waardoor we gedurende de dag meer knipperen.
  2. Hormonale veranderingen: Verschillende factoren, zoals zwangerschap of de menopauze, kunnen leiden tot veranderingen in hormonale niveaus. Tijdens de menopauze kan bijvoorbeeld verstoring van het testosteronniveau van invloed zijn op de regulatie van traanvocht.
  3. Medische aandoeningen: Verscheidene medische aandoeningen, zoals het droge-ogensyndroom, staar, glaucoom, migraine en multiple sclerose, kunnen het knipperen van de ogen beïnvloeden. Dit benadrukt dat scherp zien of geen last hebben van droge ogen niet vanzelfsprekend is.
  4. Omgevingsfactoren: Omgevingsinvloeden, zoals harde wind, vervuilde lucht, smogrijke gebieden, een lage luchtvochtigheid, fel licht of langdurig staren naar schermen, kunnen allemaal van invloed zijn op het knipperen van de ogen.

Conclusie

Het knipperen van je ogen voelt bijna instinctief aan. Pas wanneer je erop let, of als je last hebt van droge ogen, besef je hoe belangrijk het is. Knipperen houdt je ogen vochtig, waardoor je scherp blijft zien.

Diverse factoren beïnvloeden hoe vaak je knippert. Dit kan variëren van dagelijkse omstandigheden, zoals zonlicht of luchtvochtigheid, tot andere oorzaken zoals medische aandoeningen of hormonale veranderingen. Omdat je ogen een van de belangrijkste zintuigen zijn, is het verstandig om regelmatig een oogcontrole te laten uitvoeren.