Heldere uitleg over de capaciteit van de hoofdzekering in Nederland. Leer het verschil tussen 1-fase en 3-fase, hoe je het maximaal vermogen inschat, wat je rechten en plichten zijn en welke stappen je volgt bij een upgrade.
Belangrijk om te weten voor huishoudens en kleine bedrijven is wat de hoofdzekering doet en hoe de aansluitcapaciteit werkt. Deze gids legt helder uit wat 1-fase en 3-fase betekenen, hoe je het maximaal beschikbare vermogen begrijpt en wanneer je een wijziging bij de netbeheerder aanvraagt. De informatie is gebaseerd op gangbare praktijk en kaders zoals gebruikt door de ACM.
Hoofdzekering capaciteit uitgelegd
De hoofdzekering is de door de netbeheerder geplaatste beveiliging die de maximale stroom van je aansluiting begrenst en de installatie beschermt. Het element zit verzegeld en valt onder het domein van de netbeheerder, niet van de leverancier of installateur. Voor kleinverbruik-aansluitingen komen waarden als 1x35A, 3x25A en 3x35A veel voor. De door de ACM gehanteerde grens is: tot en met 3x80A geldt als kleinverbruik; daarboven is sprake van grootverbruik met andere procedures en voorwaarden (zie ACM: netbeheer en aansluitingen). De hoofdzekering werkt selectief ten opzichte van de groepautomaten: eerst horen eindgroepen of aardlekautomaten uit te schakelen, pas bij overschrijding van de aansluitcapaciteit valt de hoofdzekering. De zekeringwaarde maakt integraal deel uit van je aansluit- en transportovereenkomst met de netbeheerder.
De capaciteit begrenst niet alleen het totale vermogen, maar ook de kortdurende piekstromen. Het kan voorkomen dat apparaten met hoge inschakelstroom eerder een afschakeling veroorzaken dan hun nominale vermogen doet vermoeden. Contracten en technische randvoorwaarden verschillen per netbeheerder.
Aansluitcapaciteit woning herkennen
De zekeringwaarde staat op of nabij de hoofdzekering geprint (bijvoorbeeld “35A gG”). In een 1-fase opstelling zie je één hoofdzekering; bij een 3-fase aansluiting staan drie identieke zekeringen naast elkaar. Een moderne elektriciteitsmeter vermeldt vaak of deze 1-fase of 3-fase is; termen als “1P+N” of “3×230/400 V” komen voor. Aantal groepen zegt niets over de hoofdzekering; het is de zekeringwaarde van de hoofdaansluiting die de bovengrens bepaalt.
Je kunt de aansluitcapaciteit ook via de EAN-gegevens inzien in het klantenportaal van je netbeheerder of via je energieleverancier. De EAN-code is een 18-cijferig nummer dat de elektriciteitsaansluiting uniek identificeert; verificatie is mogelijk via het EAN-codeboek: eancodeboek.nl.
Maximaal vermogen hoofdzekering berekenen
Rekenkundig geldt voor een 1-fase aansluiting: P ≈ U × I. Bij 230 V levert 1x35A ongeveer 230 × 35 ≈ 8,0 kW. Voor 3-fase geldt: S ≈ √3 × Ulijn × I; bij 400 V levert 3x25A circa √3 × 400 × 25 ≈ 17,3 kVA. Voor 3x35A kom je uit op ongeveer 24,2 kVA. Dit zijn benaderingen; het werkelijke afgenomen actief vermogen (kW) hangt af van de arbeidsfactor van je verbruikers en van het gelijktijdig gebruik.
Belastingverdeling speelt mee. Bij 3-fase spreid je verbruik idealiter over de drie fasen; bij 1-fase stapelen pieken zich op één fase. Kortstondige inschakelstromen van bijvoorbeeld warmtepompen, compressoren of EV-laders kunnen de beveiliging eerder aanspreken dan een optelling van nominale vermogens suggereert. De selectiviteit met onderliggende groepautomaten en de karakteristiek van de hoofdzekering (bijv. smeltzekering gG) beïnvloeden wanneer welke beveiliging uitschakelt.
Het wijzigen van de hoofdzekeringwaarde is een netbeheerderstaak met administratieve en technische stappen op basis van het aansluitrecht en de Netcode. In veel gevallen volstaat een administratieve wijziging binnen de grenzen van kleinverbruik; bij een overgang naar grootverbruik gelden andere processen en eisen. Informatie over rechten en plichten van kleinverbruikers staat bij ACM/ConsuWijzer: consuwijzer.nl/energie.
Verschil tussen 1 fase en 3 fase aansluiting
Bij 1-fase komt alle stroom via één geleider binnen en stapelt piekbelasting zich op die ene fase. Bij 3-fase wordt het vermogen verdeeld over drie fasen, waardoor hogere gelijktijdige belasting mogelijk is zonder één fase te overbelasten. Zwaardere apparatuur zoals inductiekookplaten met perilex, sommige warmtepompen en 11 kW EV-laadpunten functioneren optimaal of uitsluitend met 3-fase. Zoals eerder genoemd begrenst de hoofdzekering de maximale stroom van de aansluiting; de verdeling over fasen bepaalt hoe bruikbaar dat vermogen is.
Over het algemeen werkt een 3-fase aansluiting op 400/230 V met drie fasen plus nul. Dit maakt fasebalancering mogelijk: grote verbruikers worden over verschillende fasen verdeeld, zodat spanningsval en uitschakeling van automaten worden beperkt. Het kan voorkomen dat een installatie met 1-fase formeel genoeg kW heeft, maar toch uitvalt door ongelijke belasting of korte inschakelstromen. 3-fase geeft dan meer marge voor gelijktijdigheid.
Concreet pakt dit in woningen als volgt uit. Een inductiekookplaat met perilex kan 2-fase of 3-fase gebruiken; op 1-fase moet vaak een vermogensbeperking worden ingesteld, wat tot trager koken en sneller uitval kan leiden bij gelijktijdig gebruik. Een 11 kW laadpunt vraagt doorgaans 3-fase 16 A per fase; op 1-fase wordt het vermogen teruggeschakeld, waardoor laden langer duurt. Sommige all-electric warmtepompen zijn 3-fase uitgevoerd om aanloopstromen beter te spreiden en om de netbelasting per fase te beperken.
Beheer en verzwaring van de aansluiting verlopen via de netbeheerder; het leveringscontract blijft los daarvan. Informatie over rollen en bevoegdheden staat bij de ACM: acm.nl. Wie zijn eigen netbeheerder wil opzoeken, vindt dit via ACM ConsuWijzer: consuwijzer.nl.
Selectiviteit speelt mee. De afstemming tussen de hoofdzekering en de groepautomaten (nominale stroom en uitschakelkarakteristiek) bepaalt of bij een fout of piek eerst de juiste beveiliging aanspreekt. Bij verzwaren naar 3-fase of hogere stroomsterkte kan een update van de groepenkast nodig zijn om selectiviteit en de eisen uit NEN 1010 te borgen. Meestal vraagt dit om het herverdelen van zware verbruikers over de fasen en het toepassen van passende automaten.
Veelgemaakte fouten hoofdzekering verhogen
- Alleen de hoofdzekering laten verzwaren zonder de groepeninstallatie op selectiviteit te controleren.
- Een 3-fase kookplaat op 1-fase aansluiten met vermogensbeperking waardoor zekeringen vaker uitvallen.
- Verwarren van leveringscontract met netbeheer; de hoofdzekering is altijd een netbeheerderstaak.
Het gevolg is vaak ongewenste uitschakeling bij pieken, of een installatie die formeel zwaarder is maar praktisch nauwelijks meer kan leveren. Doorgaans lost een juiste faseverdeling en afstemming van automaten dit op, niet uitsluitend het verhogen van ampères.
Waar let op bij hoofdzekering en belastingverdeling
- Verdeling van zware verbruikers over fasen.
- Nominale stroom en inschakelstromen van apparaten.
- Beperkingen van je meterkast volgens NEN 1010 en selectiviteit ten opzichte van groepautomaten.
Praktisch detail: let op oude kookgroepen (2×230 V) versus echte 3-fase-aansluitingen; de bedrading en automaten moeten bij het gekozen schema passen. Het kan ook zinvol zijn om laadpunt, warmtepomp en kookplaat te laten load-balancen, zodat de beschikbare aansluitcapaciteit efficiënt wordt benut, zonder dat de hoofdzekering aanspreekt.
Hoe kies je de juiste hoofdzekering
Inventariseer vaste en piekverbruikers: inductie, elektrische boiler of doorstromer, warmtepomp, laadpunt, sauna. Schat per apparaat het vermogen en beoordeel gelijktijdigheid. Gelijktijdigheid bepaalt de optelsom van stromen op je aansluiting. Over het algemeen is de piek kort en draait niet alles tegelijk. Toch kan kooktijd + laden + warmtepomp een piek vormen die een te lichte hoofdzekering direct laat aanspreken.
Vertaal vermogens naar stroom: I = P / U per fase (U is 230 V bij 1-fase en 400/230 V bij 3-fase). Een 7,4 kW laadpunt op 1-fase vraagt circa 32 A continu; een 11 kW laadpunt op 3-fase vraagt circa 16 A per fase. Een 9 kW doorstromer op 3-fase komt rond 13 A per fase uit. Zoals eerder genoemd bepaalt de verdeling over fasen of de aansluitcapaciteit toereikend is. Let op korte inschakelstromen (compressoren, kookplaten) die de piek tijdelijk opschroeven. Selectiviteit met je groepsautomaten speelt mee: als automaten al bij 16 A aanspreken en de hoofdzekering 25 A is, hoort de groep eerder af te schakelen dan de hoofdzekering. Dat lukt alleen als de installatie conform NEN 1010 is ingericht.
Meetgegevens helpen. De slimme meter registreert kwartierverbruik; via de P1-poort kun je real-time belasting zien. Dat geeft een feitelijk beeld van pieken door koken, elektrisch verwarmen of EV-laden.
Checklist hoofdzekering aanpassen
- Overzicht van apparaten met vermogen in kW of A.
- Benodigde fasen per apparaat en type aansluiting.
- Huidige hoofdzekering en groepenkastconfiguratie.
- Verwachting van gelijktijdig gebruik en piekmomenten.
- Toekomstplannen zoals zonnepanelen, elektrisch koken of een tweede laadpunt.
Wanneer volstaat de capaciteit? Bij een 1-fase 35 A of 3-fase 25 A aansluiten is er ruimte voor normaal huishoudelijk gebruik en één zwaardere verbruiker, maar het kan voorkomen dat meerdere zware verbruikers tegelijk de limiet naderen. Treedt bij pieken herhaaldelijk afschakeling op, dan is de marge klein. Een praktische indicatie: komt de gemeten stroom vaak boven circa 80% van de hoofdzekering uit of worden fasen ongelijk belast, dan is de gebruiksruimte beperkt. Ook een kookplaat die telkens moet terugmoduleren of een laadpunt dat structureel maximaal begrensd is, wijst op krapte. Verzwaren levert pas winst als de belastingverdeling klopt en de groepenkast selectief is; anders verschuift het probleem.
Tips voor slimme belastingsturing
- Laadbeheer voor EV om laden te vertragen of te faseren.
- Vermogensbegrenzing op kookplaten indien beschikbaar.
- Load balancing tussen laadpunt en hoofdaansluiting.
Feit: wijzigen van de hoofdzekering verloopt via de netbeheerder en valt onder gereguleerd toezicht door de ACM. Informatie over rollen en taken staat bij ACM en ConsuWijzer: acm.nl/energie/netbeheer en consuwijzer.nl/energie/netbeheerkosten-en-aansluiting. Zo blijft duidelijk wie verantwoordelijk is voor de aansluiting en wat er achter de meter tot jouw installatie behoort.
Netbeheerder aanvraag hoofdzekering Nederland
Een wijziging van de hoofdzekering vraag je aan bij je netbeheerder, niet bij de leverancier. Alleen de netbeheerder mag verzegelingen verbreken en de meter verwijderen of vervangen. Bij een overgang van 1-fase naar 3-fase hoort meestal een meterwissel en een veiligheidscontrole. Reken op doorlooptijd voor planning en toegang tot de meterkast; werkzaamheden in de groepenkast zijn voor een erkend installateur.
Je aansluiting is vastgelegd in de aansluit- en transportovereenkomst met de netbeheerder. Voor kleinverbruik gelden gereguleerde processen en toezicht door de ACM.
Het proces is in grote lijnen gelijk bij alle beheerders. Je geeft het EAN-nummer van de aansluiting door en de gewenste aansluitcapaciteit (bijv. 1x35A of 3x25A). De netbeheerder beoordeelt de technische haalbaarheid en plant een afspraak. Ter plekke verbreekt de monteur de verzegeling, vervangt zo nodig de meter en zet nieuwe zekeringen. Werken achter de meter, zoals aanpassen van hoofdschakelaar, aardlekautomaten of kabeldoorsnede, valt buiten hun taak. Als de installatie niet aan NEN 1010 voldoet of onveilig is, wordt niet ingeschakeld tot dit is hersteld. Doorgaans wordt een verklaring of zichtbaar herstel door een erkend installateur geaccepteerd.
Over het algemeen is een wijziging van 1x35A naar 3x25A een administratieve en meettechnische aanpassing in de meterkast. Het kan voorkomen dat de invoerkabel, aansluitkast of hoofdzekeringhouder niet geschikt is; dan zijn extra werkzaamheden nodig, soms buiten de woning. Bij appartementen spelen VvE-toegang en ruimte in de gezamenlijke meterruimte mee. De netbeheerder stemt de planning af op bereikbaarheid en de beschikbaarheid van monteurs.
Rechten en plichten bij wijziging hoofdzekering
- Werken aan de hoofdzekering is voorbehouden aan de netbeheerder.
- Voor kleinverbruik is het proces en de tarifering gereguleerd onder toezicht van de ACM.
- Je installatie achter de meter moet voldoen aan NEN 1010; de eigenaar is verantwoordelijk voor veiligheid en deugdelijkheid.
Veelgestelde vragen voor beginners
- Moet ik altijd naar 3-fase voor inductie koken? Niet altijd; controleer het type kookplaat en de aansluitopties.
- Wat als de hoofdzekering er vaker uitvliegt? Dat kan duiden op overbelasting; laat de installatie controleren en beoordeel de aansluitcapaciteit.
Bij 3-fase wordt het vermogen verdeeld over meerdere fasen, wat de kans op uitval bij piekbelasting verlaagt. Een verzwaring kan de maximaal toegestane stroom verhogen, maar verandert niets aan contractuele energietarieven of levering; dat zijn aparte zaken bij de leverancier. Netbeheerders werken met uniforme landelijke codes en werkprocessen; details verschillen per gebiedsbeheerder. Documentatie over rechten en plichten is te vinden bij de ACM en ConsuWijzer. Zie voor toezicht en regels: ACM. Consumenteninformatie over rollen van netbeheerders en leveranciers staat op ACM ConsuWijzer.
Hoofdzekering en zonnepanelen uitgelegd
Een hoofdzekering begrenst de maximale stroom per fase van je aansluiting; dat geldt voor zowel afname als teruglevering. Stroom van de omvormer loopt via dezelfde fase(n) en telt mee in de fasebalans. Bij een 1-fase omvormer kan hoog terugleververmogen leiden tot hoge stromen op één fase, terwijl de andere fase(n) weinig doen. Veel netbeheerders hanteren daarom praktische grenzen per fase om onbalans te beperken. Een 3-fase omvormer verdeelt productie gelijkmatiger, wat de kans op overbelasting van één fase verkleint.
De standaard kleinverbruiksaansluiting is vaak 1x25A of 3x25A. De zekering ziet de netto stroom per fase: verbruik en teruglevering heffen elkaar deels op als ze gelijktijdig op dezelfde fase plaatsvinden. Richting maakt voor de zekering niet uit; de thermische belasting gaat om de grootte van de stroom. Een kortstondige piek kan worden verdragen, maar langdurig boven de waarde vergroot het risico dat de zekering smelt. Over het algemeen werkt een 3-fase verdeling gunstiger voor stabiliteit in huis én in de wijk.
Verschil tussen verbruik en teruglevering bij beperkte capaciteit
Een grotere hoofdzekering vergroot de marge tegen uitval, maar lost netcongestie of omgekeerde spanningsproblemen in de straat niet op. Netbeheerders kunnen teruglevering technisch beperken bij structurele overbelasting van het net; de regels hierover staan onder toezicht van de ACM. Informatie over eigen opwek en rechten bij terugleveren vind je bij ConsuWijzer en de ACM.
Het verschil tussen verbruik en teruglevering is vooral praktisch. Verbruik kun je sturen of spreiden, teruglevering volgt de zon en de omvormerinstellingen. Slimme sturing via omvormerbeperking (exportlimiet), laadpalen met load balancing, warmtepompen met vermogensregeling of opslag in boiler of batterij kan pieken dempen. Dit helpt om binnen de aanwezige aansluitcapaciteit te blijven en verlaagt de kans dat de hoofdzekering aanspreekt. Het kan voorkomen dat een 1-fase omvormer in een 3-fase woning lokale onbalans veroorzaakt; een 3-fase variant of herverdeling van grote verbruikers kan dat beperken.
Waar let op bij uitbreiding in de meterkast
Uitbreiding voor zonnepanelen of latere toevoegingen (laadpunt, warmtepomp, elektrisch koken) raakt de opbouw van de groepenkast. Selectiviteit, componentkeuze en faseverdeling horen bij elkaar; nou, dit is vooral een kwestie van technisch kloppen.
- Selectiviteit tussen hoofdzekering, hoofdschakelaar en groepautomaten.
- Ruimte en railcapaciteit voor extra groepen of aardlekautomaten.
- Fasebalans bij 3-fase, zeker met laadpunten en warmtepompen.
Concreet: bij 3x25A hoort doorgaans een 4-polige hoofdschakelaar van 40A. Groepautomaten zijn meestal B- of C-karakteristiek (bijv. 16A) zodat ze eerder uitschakelen dan de hoofdzekering, wat de selectiviteit ondersteunt. Voor PV op 1-fase volstaat vaak een aparte eindgroep met aardlekbeveiliging; bij 3-fase PV een 4-polige automaat met passende aardlek. Type aardlekbeveiliging hangt af van de omvormerspecificaties; veel omvormers zijn geschikt met type A bij 6 mA DC-detectie, maar dat verschilt per fabrikant en normtest. Rail- en kamverdelers moeten de somstromen aankunnen, en de kast moet fysieke ruimte hebben voor latere uitbreidingen.
Toekomstige uitbreiding vraagt om fasebewuste planning: plaats grote verbruikers en terugleverbronnen gespreid over de fase(n). In de praktijk voorkomt dat onnodige uitschakeling en benut je de hoofdzekering efficiënter. Dus eerst de technische grenzen van de aansluiting, dan pas het vermogen van omvormers en nieuwe apparaten bepalen.
De hoofdzekering bepaalt of jouw aansluiting voldoende vermogen levert voor elektrische kookplaten, warmtepompen, laadpunten en overige apparatuur. Volgens de ACM valt een aansluiting tot en met 3x80A onder kleinverbruik. Wijzigen doe je altijd via je netbeheerder; de meterkastzegels mogen niet door jezelf worden verbroken. Een korte controle van je belastingen en selectieve beveiliging voorkomt storingen en onnodige kosten.